Een kabel voor al je apparaten? De waarheid achter de USB-C-belofte

Deel dit artikel

,

USB-C

Het klinkt als de ultieme droom van elke gadgetliefhebber en van wie gek wordt van een lade vol verwarde kabels: nog maar een universele oplader voor al je telefoons, tablets en straks ook laptops. Sinds eind vorig jaar is het officieel: binnen de Europese Unie moeten nieuwe smartphones en tablets voorzien zijn van een USB-C aansluiting.

Geen gedoe meer met verschillende stekkers per apparaat, geen eindeloze zoektocht naar ‘de juiste kabel’. Eén kabel om ze allemaal te laden – ideaal, toch?

Maar zoals dat wel vaker gaat bij mooie beloften, blijkt de realiteit net iets minder eenvoudig dan de slogan doet vermoeden. Want hoewel de USB-C-standaard een enorme stap vooruit is in het stroomlijnen van onze digitale levens, duiken er nu de eerste signalen op dat niet elke kabel even universeel is als gedacht.

De droom van één lader voor het hele huishouden

In winkels als PhoneMedic in Den Haag en Touchfix in Wateringen klinken tevreden geluiden. “Voor consumenten is het een verademing,” zegt een medewerker van PhoneMedic. “Mensen vinden het fijn dat het nu overzichtelijk is. Je hoeft geen drie verschillende kabels meer mee te nemen op vakantie.” Bij Touchfix beamen ze dat: “Ben je je oplader vergeten bij een vriend? Geen probleem meer – je kunt die van hem gebruiken.”

Ook de Europese Commissie is blij. De regel moet er niet alleen voor zorgen dat consumenten minder geld kwijt zijn aan allerlei verschillende laders, maar ook dat de berg elektronisch afval drastisch kleiner wordt. Volgens hun berekeningen kan dit initiatief jaarlijks maar liefst 11.000 ton aan e-waste besparen. Een stevige claim.

Architect van de standaard

Europarlementariër Toine Manders glundert als hij over de nieuwe wet praat. Hij geldt als een van de drijvende krachten achter deze langverwachte verandering. “Samen met het afschaffen van de roamingkosten is dit het ultieme voorbeeld van hoe Europa het verschil kan maken voor gewone mensen,” zegt Manders trots.

Maar makkelijk was het allerminst. Al in 2008 pleitte hij voor één universele lader. Pas bijna vijftien jaar later, eind 2023, werd de regel daadwerkelijk van kracht. “Grote techbedrijven, vooral Apple, hebben zich jarenlang verzet. Ze verdienden immers miljoenen aan hun eigen laders,” vertelt Manders. “Maar we zijn er toch in geslaagd. En ja, ik ben blij dat ik de bedenker ben.”

Maar hoe universeel is universeel?

Hoewel op het eerste gezicht elke USB-C kabel er hetzelfde uitziet – met die kenmerkende afgeronde stekker – blijkt onder de motorkap het verhaal complexer. “Niet elke kabel is technisch identiek,” legt techniekexpert Dirk van IJzendoorn van Touchfix uit. “Het aantal pinnetjes in de connector verschilt soms tussen merken. Zo kunnen er tussen een Apple- en een Samsung-kabel subtiele, maar cruciale verschillen zitten.”

Die verschillen zijn niet onschuldig. “Als je een ongeschikte kabel gebruikt, kunnen de pinnetjes in de poort van je toestel gaan schuren. Dat kan overbelasting veroorzaken, waardoor je oplaadpoort sneller slijt of zelfs defect raakt,” waarschuwt Van IJzendoorn. “En dat leidt dan weer tot dure reparaties en méér afval. Precies wat we juist wilden voorkomen.”

Data? Snelheid? Veiligheid?

Ook op het gebied van data-overdracht en laadsnelheid is het oppassen geblazen. Niet alle USB-C kabels ondersteunen bijvoorbeeld het overzetten van bestanden naar je laptop of het snelladen van je toestel. “Een goedkopere kabel kan je telefoon veel langzamer opladen – of zelfs helemaal niet. En sommige kabels kunnen geen gegevens verzenden,” aldus Van IJzendoorn.

Bij MediaMarkt herkennen ze dit probleem. “Er zijn kabels op de markt die simpelweg van lagere kwaliteit zijn. Die gaan sneller kapot of kunnen zelfs schade veroorzaken aan je apparaat,” laat een woordvoerder weten. “Maar er zijn ook alternatieve merken die wél aan de standaard voldoen en goed functioneren. De uitdaging is voor de consument om die te herkennen.”

Samsung laat weten dat hun kabels wél voldoen aan alle internationale standaarden. Het bedrijf zegt dat hun apparaten compatibel zijn met elke USB-C kabel die volgens de officiële specificaties is gemaakt. Bovendien werken ze naar eigen zeggen actief samen met autoriteiten om aan de nieuwe regels te voldoen.

Opladen of opblazen?

Misschien het meest verrassende is de waarschuwing die volgt voor wie denkt slim te zijn door dezelfde oplader voor al zijn apparaten te gebruiken. Want hoewel telefoons en laptops straks allebei een USB-C aansluiting hebben, betekent dat niet dat je dezelfde kabel veilig kunt gebruiken.

“Een smartphone heeft veel minder stroom nodig dan een laptop,” legt Van IJzendoorn uit. “Als je een telefoon met een laptoplader oplaadt, kan het zijn dat de batterij overbelast raakt. In het ergste geval kan die zelfs opzwellen of ontploffen.” En andersom? “Dan gebeurt er niets – je laptop krijgt gewoon niet genoeg stroom.”

De kabels mogen er dan identiek uitzien, het vermogen dat ze leveren verschilt dus sterk. En dat zorgt voor verwarring, waarschuwen reparateurs. “Consumenten denken: USB-C is USB-C. Maar dat is helaas te kort door de bocht.”

De balans: vooruitgang met voetnoten

Toch is Manders niet onder de indruk van die kanttekeningen. “Natuurlijk zijn er verschillen in laadsnelheid. Maar dat zie je ook bij elektrische auto’s – hoe meer je betaalt, hoe sneller je laadt. De kern is: het werkt, het is eenvoudiger en het bespaart afval. Dát is de winst.”

En dat valt niet te ontkennen. Ondanks de technische nuances is de introductie van een universele USB-C standaard zonder twijfel een doorbraak voor de consument én het milieu. Maar één ding is duidelijk: een kabel is niet zomaar een kabel.

Dus gooi je oude snoeren niet te snel weg en wees kritisch bij de aanschaf van een nieuwe. Want in de wereld van kabels is niet alles wat universeel lijkt ook echt universeel.

'Meld je aan voor de nieuwsbrief'

'Abonneer je nu op een of meerdere van onze nieuwsbrieven en blijf op de hoogte van onze activiteiten!'

Aanmelden