Vanaf het moment dat de mens geluid probeerde vast te leggen, begon een technologische reis die het luisteren naar muziek voorgoed zou veranderen. De ontwikkeling van de geluidsdrager is een verhaal van innovatie, toeval en culturele impact met als tastbaar hoogtepunt de opkomst van de vinylplaat.
De eerste klanken
De geschiedenis van de geluidsdrager begint in de tweede helft van de 19e eeuw. In 1877 presenteerde Thomas Edison de fonograaf, een revolutionair apparaat dat geluid kon opnemen en afspelen. Het medium waarop geluid werd vastgelegd, was een cilindervormige wasrol. De groeven werden fysiek in het oppervlak gekerfd, en bij het afspelen bewoog een naald door die groeven, wat trillingen en dus geluid voortbracht. Edisons fonograaf kon slechts enkele minuten audio bevatten, maar het idee van een reproduceerbaar geluid was geboren.
De opkomst van de plaat
Hoewel Edisons cilinders het eerste commerciële succes waren, bleek een andere uitvinding uiteindelijk praktischer: de platenspeler met de platte grammofoonplaat, uitgevonden door Emile Berliner in 1887. Deze platen waren eenvoudiger te produceren, goedkoper en beter op te slaan dan de cilinders. Aanvankelijk werden ze gemaakt van harde gom en later van schellak. De standaardisatie naar het 78-toerenformaat leidde tot de eerste grootschalige distributie van muziek.
De rest van dit artikel is alleen beschikbaar voor HCC-leden. Ben je HCC-lid? Om het gehele artikel te lezen dien je ingelogd te zijn. Nog geen HCC-lid? Word nu lid en kies je welkomstgeschenk!
De gebruikte afbeelding is gemaakt met AI
Over de auteur
Marco Mekenkamp is eindredacteur van PC-Active. Dit 108 pagina's tellende magazine verschijnt elke twee maanden en is te koop in de winkel. Leden van HCC krijgen PC-Active zes keer per jaar thuisgestuurd als onderdeel van het HCC-lidmaatschap.