Grote streamingdiensten die in Nederland actief zijn, zoals Netflix, Amazon Prime en Videoland, moeten 4,5 procent van hun jaaromzet gaan investeren in Nederlandse series, films en documentaires.
Dit staat in een wetsvoorstel dat staatssecretaris Gunay Uslu (Cultuur en Media) naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Het wetsvoorstel is een van de maatregelen die Uslu neemt om de productie en zichtbaarheid van Nederlandse films, series en documentaires te versterken.
Staatssecretaris Uslu: “Streamingdiensten zijn steeds populairder en het aanbod van buitenlandse films, series en documentaires groeit. Dat mag niet ten koste gaan van Nederlandse verhalen. Met dit wetsvoorstel zeggen we: heb je als streamingdienst succes op de Nederlandse markt, dan moet je ook bijdragen aan het Nederlandse aanbod. Zo kunnen Nederlandse kijkers genieten van prachtige producties van eigen bodem.”
4,5% van de omzet bij een jaaromzet van 30 miljoen euro
Het wetsvoorstel verplicht streamingdiensten met een jaaromzet in Nederland van meer dan 30 miljoen euro om 4,5% van hun omzet te investeren in Nederlandse films, series en documentaires. Die investering houdt bijvoorbeeld in dat ze zelf een Nederlandse titel (co)produceren, of een bestaande, recente Nederlandse productie aankopen en aanbieden. Een deel van de investering moet ten goede komen aan onafhankelijke producenten om te zorgen voor een divers aanbod.
Versterking productie en zichtbaarheid
In 2022 stimuleert Uslu de productie van Nederlandse films, series en documentaires ook op andere manieren. Ze stelt 11,5 miljoen euro beschikbaar voor de zogenaamde Production Incentive High-end series, een regeling van het Filmfonds voor series met die relatief duur zijn om te produceren. Series die eerder van de regeling gebruik hebben gemaakt zijn bijvoorbeeld Vliegende Hollanders en Het Verhaal van Nederland. Ook investeert ze 1 miljoen euro zodat 18 Nederlandse speelfilms eerder en langer voor iedereen te zien zijn op de publieke omroep.
Sinds de coronacrisis dekken verzekeraars niet langer risico’s die te maken hebben met pandemieën. Uslu reserveert 5 miljoen euro om dit op te vangen voor onafhankelijke producties die niet door het Filmfonds gefinancierd worden.
Ten slotte stelt Uslu 6 miljoen euro beschikbaar waarmee filmtheaters hun digitale projectoren kunnen vervangen. Mede door de coronacrisis hebben de filmtheaters niet genoeg middelen om dit zelf te bekostigen. Dat terwijl filmtheaters onmisbaar zijn om (Nederlandse) films te vertonen, en om kinderen en jongeren in aanraking te laten komen met cultuur.