Ouders vinden steeds vaker dat het spelen van videogames goed is voor de sociale vaardigheden van kinderen. Vergeleken met vorig jaar is het percentage ouders met die mening gestegen met vijf procent.
In opdracht van Videogames Federatie Nederland (VGFN) is er dit jaar onderzoek gedaan naar het gamegedrag van kinderen. Het jaarlijkse onderzoek is afgenomen bij 1016 Nederlandse ouders tussen de 25 en 60 jaar oud met een kind tussen de 4 en 17 jaar oud. In vergelijking met voorgaande jaren waarin het onderzoek is uitgevoerd, blijkt dat ouders steeds vaker (+5 procent) vinden dat het spelen van videogames goed is voor de sociale vaardigheden van hun kind. Ook geven ouders dit jaar vaker aan (+3 procent) dat gamen goed is voor de intelligentie van het kind. In beide gevallen was er een significante stijging ten opzichte van het onderzoek uit 2021.
Net zoals voorgaande jaren erkent het merendeel van de ouders dat gamen voordelen kan bieden voor hun kinderen, slechts 13 procent ziet geen voordelen. Ouders geven steeds vaker aan dat gamen goed is voor de sociale vaardigheden van hun kind. Met name ouders van gamende jongens geven vaker aan dat het spelen van games goed is voor de intelligentie en de sociale vaardigheden van hun zoons. Wat betreft de verschillende leeftijden, tonen de resultaten van het onderzoek aan dat er geen grote verschillen zijn in de voordelen die ouders zien van gamen. Daarnaast vinden de meeste ouders gamen goed voor de Engelse taalvaardigheid (53 procent) en creativiteit van hun kind (51 procent), hoewel dit wel is gedaald vergeleken met vorig jaar (-5 procent).
Net als eerdere metingen geven de meeste ouders aan voldoende grip te hebben op het gamegedrag van hun kinderen (85 procent). In vergelijking met voorgaande jaren weten ouders duidelijk beter hoe ze afspraken met hun kind kunnen handhaven. Echter, weten ouders niet goed welke afspraken ze kunnen maken met hun kind en hoe ze hier het gesprek over kunnen aanknopen. Hierover informatie vergaren doen ze het liefst via een informatieve website, zoals rulethegame.nl. Ook influencers op sociale media worden steeds vaker als informatiebron geraadpleegd.
Daarnaast is ook het aandeel ouders dat vragen heeft over het gamegedrag van hun kind gestegen. Ouders hebben met name vragen over de hoeveelheid tijd die hun kind besteedt aan videogames en willen vaker weten in hoeverre hun kind geld uitgeeft tijdens het gamen. Martijn Schenderling van Videogames Federatie Nederland (VGFN) zegt hierover: “We zien aan de resultaten van het onderzoek dat veel ouders grip zeggen te hebben op het gamegedrag van hun kinderen, maar dat het maken van afspraken nog wel steeds moeilijk is. Op ons platform Rule the Game geven we ouders en verzorgers handvatten in de vorm van een stappenplan, waarbij we tips geven over hoe het gesprek aan te gaan met kinderen. Naast ouderlijk toezicht in de vorm van de PEGI-leeftijdsclassificatie zijn er bijvoorbeeld ook parental controls in te stellen op alle gameconsoles. Belangrijkste is dat je het gesprek aangaat, samen met je kind.”
Net als Kijkwijzer geeft PEGI informatie over wat er in een game zit, en wat het leeftijdsadvies is. Van deze PEGI-classificatie zijn veel ouders (50 procent) op de hoogte, vooral ouders met kinderen tussen de 4 en 9 jaar. Toch geeft het merendeel dat bekend is met de PEGI-classificatie aan dat zij zelf bepalen of hun kind een game mag spelen of niet.